Dit is de eerste competentie van 21e eeuws leren.
Betekenis geven aan de wijze waarop we met intelligentiesystemen, die ons steeds meer omringen, omgaan. Machines werken steeds meer met gecodificeerde informatie en algoritmen, daardoor resten ons die taken (beroepen) waar het toekennen van betekenis en bedoeling de hoofdzaak vormen. Meer accent op hogere denkvaardigheden en minder op de lagere (zoals onthouden). Kenniswerkers en mensenwerkers!
Wat is betekenis en kan een machine geen gecodificeerde informatie en algoritmen hanteren om betekenis en bedoeling te geven? Hoe kan een mens meer hogere denkvaardigheden hanteren, dan lagere? Kandel (2006) schrijft in ‘In Search of Memory’ over zijn zoektocht naar de werking van het geheugen. De nadruk in zijn werk ligt na een lange tocht op de verbazingwekkende invloed van het geheugen op het leven van de mens, de gelijkwaardige en noodzakelijke samenwerking van alle hersenactiviteit. Aan de hand van zijn kennis kan ik me geen betekenisvolle accent verschuiving voorstellen. Kant (1781) geeft in zijn werk ‘Kritiek der reinen Vernunft’ de structuur van kennis weer in de vorm van de categorieën. Hieruit vloeien semantische composities voort, waardoor de mens betekenisgevend kan zijn. Waarop zal de 21ste eeuw zich baseren?